De geallieerden dreven de Japanners vanaf 1943 steeds verder terug. De Japanners vochten met een voor de Amerikanen verbijsterend fanatisme in elke slag vrijwel tot de laatste man, maar het Amerikaanse materiële overwicht gaf steeds de doorslag. In de Slag om de Marianen verloren de Japanners in de zomer van 1944 honderden jachtvliegtuigen en, erger nog, ervaren jachtpiloten, waarvan het verlies nooit meer goedgemaakt kon worden. Vanaf augustus 1944, na de verovering van het Marianen-eiland Guam, kwamen de hoofdeilanden van Japan binnen het bereik van de Amerikaanse B-29 Superfortress bommenwerpers voor de lange afstand. Omdat spioneren in Japan moeilijk was, hadden de Amerikanen onvoldoende gedetailleerde inlichtingen over militair relevante doelwitten; al gauw gingen ze over op het massaal bombarderen van tientallen Japanse steden. Op 10 maart 1945 vond het ergste conventionele bombardement op Tokio plaats: bijna 84.000 doden en een onbekend aantal gewonden, dus veel erger dan dat op enige Duitse stad in de Tweede Wereldoorlog. In totaal vielen door zulke bombardementen zo'n half miljoen doden en raakten vijf miljoen Japanners dakloos. Dit leidde aan de vooravond van de grootste zeeslag in de geschiedenis tot nu toe, de Slag in de Golf van Leyte rond de Filipijnen, op 19 oktober 1944 tot oprichting van Japanse zelfmoordeenheden: de Kamikazes. Piloten met weinig training (en die daar ook weinig van nodig hadden), moesten hun met explosieven volgepropte kleine vliegtuigen in vijandelijke schepen boren en zo de vijand vernietigen. Op deze manier zouden uiteindelijk rond de 2.800 zelfmoordpiloten ongeveer 1 op de 7 keer een doel treffen en ongeveer 40 schepen tot zinken brengen. Japanse infanteristen voerden om hun eer te redden trouwens ook wel zgn. 'Banzai'-aanvallen uit, waarbij de kans op sneuvelen vrijwel 100% was. Waar het om ging was de Amerikanen zo veel mogelijk verliezen toe te brengen, zodat ze het zouden opgeven.

 
landingsvaartuigen naderen Iwo Jima, 19 februari 1945

Begin 1945 veroverden de Amerikanen eilanden Iwo Jima (februari-maart) en Okinawa (april-juni), die door de Japanners als 'heilig' eigen grondgebied werden beschouwd en dus zo mogelijk nog fanatieker verdedigd werden dan de recent veroverde buitengebieden. De aantallen slachtoffers waren dan ook huiveringwekkend, vooral naar Amerikaanse begrippen: meer dan 20.000 Amerikaanse doden en meer dan 130.000 Japanse. Op Iwo Jima was geen burgerbevolking, maar op Okinawa werden door de militairen heel wat burgers gedwongen of overreed zelfmoord te plegen om de schande van gevangenneming, of anders wel de gevreesde mishandeling en verkrachting door de Amerikanen, te voorkomen. De aantallen gewonden waren nog groter.

 
Nagasaki 1945

Op 27 maart 1945 begon 'operation Starvation', die inhield dat er door B-29 bommenwerpers zo'n 12.135 zeemijnen werden gelegd in de Japanse kustwateren, waardoor in totaal 1,125 miljoen ton aan Japanse schepen tot zinken werd gebracht en de bevoorrading van Japanse troepen in de resterende bezette gebieden vrijwel onmogelijk werd. Op 12 april 1945 overleed president Roosevelt, maar dat had geen enkel effect op de Amerikaanse oorlogsinspanning. De Japanse militaire strategische situatie was in juli 1945 hopeloos. Hun infrastructuur werd stelselmatig vernietigd door de niet aflatende Amerikaanse bombardementen en werd de bevoorrading van overzee effectief onmogelijk gemaakt door Amerikaanse en Britse zeemijnen onderzeeboten. Sinds het verlies van de Filipijnen had Japan trouwens alleen nog maar Mantsjoerije en het door guerrilla's geteisterde China over om grondstoffen te halen. De strijdkrachten leden dan ook aan een acuut brandstoftekort. Amerikaanse en Britse slagschepen, zoals de USS Missouri en de King George V konden in juli en augustus in kustgebieden ongehinderd nog nauwkeuriger dan bommenwerpers verwoestingen aanrichten in de Japanse kolen- en staalindustrie. Hun aanwezigheid voor de Japanse kust maakte bovendien aan de Japanse bevolking duidelijk dat de oorlog verloren was. Desondanks wekte het Japanse militaire opperbevel niet de indruk dat het spoedig wilde capituleren. Het speculeerde nog steeds op de Amerikaanse onwil om al te zware verliezen te lijden, zodat Japan de vernedering van een verovering van het eigen grondgebied bespaard zou blijven. Hierop besloot de pas aangetreden president Harry Truman tot inzet van het nog geheime atoomwapen, dat op 16 juli 1945 voor het eerst succesvol getest was. Amerikaanse B-29 bommenwerpers vernietigden op 6 augustus 1945 Hiroshima en drie dagen later Nagasaki. De vernietigingskracht van de twee atoombommen was zo groot dat daarbij in totaal ongeveer 165.000 mensen stierven en in de weken erna nog eens rond de 145.000.

Het Russische leger viel vervolgens op 9 augustus 1945 Mantsjoerije binnen (waar tot 2 september zou worden doorgevochten) en veroverde Zuid-Sachalin en de Koerilen(Operatie Augustusstorm).[4]

Deze nieuwe escalatie van de oorlog droeg bij aan het besluit van keizer Hirohito op 15 augustus tot capitulatie aan de westerse geallieerden, die werd getekend op 2 september 1945 op het slagschip Missouri. In de hierop volgende periode vestigde generaal MacArthur bases in Japan, waarna de Amerikanen de naoorlogse ontwikkeling van Japan vorm gingen geven. President Truman verklaarde officieel op 31 december 1946 de beëindiging van de vijandelijkheden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb